Begraafplaats

29-09-2022

Het is donderdagavond en we maken ons klaar voor een oefening met ons wateroppervlakte reddingsteam in een buurgemeente. We hebben afgesproken dat we ons rond kwart over zeven zullen inmelden op een oefenkanaal om daar te horen te krijgen waar de oefening zal plaatsvinden. De zwemmers trekken hun uitrusting aan en we vertrekken naar een locatie in de buurt van onze buurgemeente. Nu hoeven we niet meer zo'n eind te rijden als we de oefenmelding hebben gekregen. Ik neem contact op met de oefenleider van de oefening en meld dat we gereed zijn om de oefening te starten. Hij verzoekt ons om nog even geduld te hebben omdat het oefenscenario nog niet helemaal gereed is. Even later valt de oefenmelding voor de eerste tankautospuit van de buurgemeente: Ongeval beknelling (licht) in een van de straten van de buurgemeente. Ik hoor dat de eerste bevelvoerder meer informatie wil weten over de melding maar zie ook gelijktijdig dat het display van één van de portofoons van het waterongevallenvoertuig oplicht en er een melding in het display zichtbaar wordt. Prio 1 Persoon te water in één van de straten van de buurgemeente waar we zouden gaan oefenen. Inmiddels verschijnt de melding ook op de pieper die ik aan mijn bluspak heb hangen. De chauffeur van ons voertuig heeft weinig aansporing nodig en schakelt direct het zwaailicht en de sirene in en we gaan met spoed op weg naar deze echte melding. Ik schakel naar het opgegeven incidentenkanaal en meld aan de meldkamer dat we onderweg zijn. Ik hoor ook de bevelvoerder van de eerste tankautospuit op dit kanaal die zojuist nog de vragen stelde over de oefenmelding. We gaan samen op weg naar een begraafplaats waar een persoon te water zou liggen. De achtergrond informatie die we van de meldkamer ontvangen doen mij beseffen dat we absoluut niet voor niets gaan rijden. Ik bereid de bemanning voor op een reële inzet en neem even de standaard procedures door. Ik hoor dat de eerste tankautospuit ter plekke is en meld de bevelvoerder dat wij er met 2 minuten ook kunnen zijn. Als we aankomen zet de chauffeur het voertuig op de oprit van de begraafplaats. We pakken de spullen en rennen de begraafplaats op. In de verte zie ik de eerste bevelvoerder staan en ren naar hem toe. Samen horen we via zijn portofoon dat één van zijn ploegleden het slachtoffer ziet drijven in een sloot aan de achterkant van de begraafplaats. We rennen terug en kiezen het pad dat richting de achterkant van de begraafplaats gaat. Het fijne grind dat normaal gesproken zachtjes knerpt onder de trage tred van een uitvaartstoet krijgt het zwaar te verduren nu zware brandweerlaarzen er overheen denderen. We komen aan bij de sloot en direct gaan de twee zwemmers te water om het slachtoffer te pakken. Geassisteerd door de collega's in een waadpak van de eerste tankautospuit wordt het slachtoffer omgedraaid om te zien of er nog iets te redden is. Voor mij en sommige andere is er direct al het gevoel dat we veel te laat zijn. De ambulancedienst wil toch het slachtoffer snel op de kant om zelf een controle te doen. Met behulp van een speciale schepbrancard wordt het slachtoffer door vele handen op de kant gehesen. Na controle van de ambulancedienst wordt het duidelijk dat hier hulp niet meer mag baten. Ik laat de zwemmers weer op de kant komen en geef de opdracht om schoon te gaan maken bij de tankautospuit. Op ons netvlies staan weer beelden die je liever niet zou hebben maar wel bij ons werk horen. De officier van dienst overlegd met ons welke vorm van nazorg nodig is na dit incident. Diverse collega's hebben behoefte aan een gesprek met een speciaal team dat kan komen na incidenten met slachtoffers. We ruimen onze materialen op en maken diverse onderdelen schoon bij de tankautospuit. Alleen de brancard waar het slachtoffer in ligt kunnen we nog niet meenemen omdat de politie eerst onderzoek wil doen op de plaats van het incident. We besluiten deze op te halen nadat we het gesprek op de kazerne van de buurgemeente hebben gehad. Alle voertuigen keren terug naar die kazerne want van oefenen is absoluut geen sprake meer. Ons hoofd zit vol met indrukken van dit incident en daar gaan we eerst met elkaar over praten. Er vind een goed gesprek plaats op de kazerne en daarna krijgen we het bericht van de officier van dienst dat we de brancard kunnen ophalen. Ik vraag of er nog even een tankautospuit mee kan om de boel schoon te spuiten. Even later staan we opnieuw bij de begraafplaats en kunnen na het schoonmaken de brancard weer op ons voertuig leggen. We praten nog na met één van de agenten die de begrafenisondernemer zal opwachten. Met een hoofd vol nieuwe indrukken keren we terug naar onze eigen gemeente.