Beknelling

05-08-2020

De pieper meld: 'Hulpverlening licht' in één van de straten van ons dorp. De centralist heeft ons gealarmeerd onder een prio 1. Samen met mijn collega's haast ik me naar de kazerne. Onderweg probeer ik me al een voorstelling te maken van wat ik aan kan treffen. Mogelijk is er in een woning iets misgegaan waardoor er iemand bekneld zit. Ik weet dat er alleen maar flats aan deze straat staan met daaronder garageboxen. In mijn gedachte maak ik me ook al een voorstelling van wat er in zo'n garage kan gebeuren. Op de kazerne kleden we snel om en spoeden we ons naar de tankautospuit. In de brandweerwagen lees ik het kladblok. De centralist heeft kort en bondig opgeschreven dat er een kind bekneld zit met een voet in een fiets. De spanning vloeit al iets weg uit mijn lichaam. Ondanks de vervelende situatie waarin het kind zich bevind dreigt er geen levensgevaar. Als de ploeg compleet is brengt de chauffeur het grote voertuig in beweging. De tweetonige hoorn zorgt ervoor dat we ruim baan krijgen om ons kleine slachtoffertje zo snel mogelijk te helpen. Onderweg vraag ik de alarmcentrale of er ook een ambulance onderweg is. Deze blijkt ook gewaarschuwd en is ook onderweg. Ik geef de ploeg mee dat we eerst rustig de situatie gaan bekijken zodat we met elkaar de beste aanpak kunnen bespreken om het slachtoffertje te bevrijden. Als we het binnenplein oprijden tussen de flats hoeven we niet te zoeken naar de plek des onheils. Een groep mensen heeft zich inmiddels om het incident gevormd. We treffen een klein mannetje van een jaar of acht aan die met zijn beentje bekneld zit tussen trapper en frame van zijn crossfiets. Zijn vader is achter hem op de grond gaan zitten heeft hem half op schoot getrokken. De kleine jongen kijkt een beetje angstig als er vijf brandweermensen zich over hem heen buigen om zijn situatie te bekijken. De vrouwelijke collega uit de ploeg spreekt hem vriendelijk aan en stelt hem op zijn gemak. Ik bekijk de situatie en vermoed dat het voetje gebroken is. Ik vraag aan de alarmcentrale of de ambulance al in de buurt is. Dit is nog niet het geval en zal nog wel even duren. Eén van de collega's probeert het voetje iets te bewegen, het mannetje laat duidelijk horen dat hij dat niet prettig vind. Ik geef aan dat als het nodig is ze het fietsje maar kapot moeten knippen om ruimte te maken. De ploeg wil het eerst anders proberen en de gereedschapskist wordt van de wagen gehaald. Even later is het hele achterwiel gedemonteerd en word de ketting losgehaald. Daardoor komt de trapper los en kan zo worden gedraaid dat het voetje vrij komt. Terwijl het jongetje langzaam van de schrik aan het bekomen is en de ambulance afwacht, sleutelen mijn collega's het fietsje weer in elkaar en word de ketting weer op spanning gebracht. Inmiddels arriveert ook de ambulance en kijken de broeders het slachtoffertje na. Aan de hand van een broeder probeert het mannetje te gaan staan. Terwijl ze voor de zekerheid hem meenemen naar de ambulance staat zijn fietsje alweer gemonteerd en klaar voor de volgende rit. We ruimen het gereedschap op en pakken het voertuig in. De ambulance en de politie blijven nog even voor de laatste afhandelingen en wij vertrekken weer richting kazerne. Dit zijn de dankbare klussen uit ons mooie vak, het hoeft niet altijd spectaculair te zijn.