Opgesloten (2)

Het is dinsdagmiddag en de temperatuur tikt al ruim de dertig graden aan. Deze dag zal de boeken in gaan als de warmste 1 juli ooit gemeten. Ik ben in de schaduw van het huis wat aan het verven en ben met mijn gedachte bij de uitvaart die ik vanmorgen heb gehad. Vorige week is zeer plotseling een goede kennis, vriendin, en ex-collega overleden. Ik kende haar al vanaf mijn twaalfde jaar en werkte nog regelmatig met haar samen rond het programma 'Redden van dieren' in de brandweeropleiding. Vanmorgen hebben we afscheid van haar genomen en de beelden en emoties ben ik aan het verwerken tijdens het verven in de schaduw van ons huis. Een collega heeft vanmorgen tijdelijk mijn piketdienst als bevelvoerder overgenomen maar inmiddels ben ik zelf weer verantwoordelijk voor de eerste uitruk. Het is rond kwart voor twee als de pager aan mijn broeksriem begint te trillen en er klinken bekende pieptonen door de tuin. Ik sta haastig op en roep nog even naar mijn dochter dat ik naar de brandweer ben. Hopelijk sluit ze nog even de verfemmer en pakt ze de kwast even in om uitdrogen te voorkomen. Ik stap in de bloedhete dienstauto en ga richting de kazerne. De melding is een liftopsluiting in een voor mij onbekende straat in ons verzorgingsgebied. Ik heb daarom ook geen flauw idee wat voor pand en wat voor lift dit is. Op de kazerne geef ik aan de collega's aan dat de blusjas niet aan en helm niet op hoeft voor dit klusje. Onderweg drink ik alvast een halve liter water op die i.v.m. de warmte al klaar ligt in de brandweerwagen. Goed drinken is belangrijk voordat we aan het werk gaan. Ik geef de ploeg opdracht om de juiste liftsleutels mee te nemen en ook gelijk water voor de personen die in de lift zitten zodat als het mogelijk is we ze gelijk van water kunnen voorzien. Even later staan we voor een appartementencomplex en volgens de meldkamer moeten we op verdieping zes zijn om de personen uit de lift te halen. We nemen de trappen omhoog en even later staan we op de juiste etage. We maken contact met de opgesloten personen en de vrouw in de lift geeft aan dat het niet zo goed gaat. Ze heeft last van claustrofobie en wil er graag snel uit. Met behulp van een andere bewoner kunnen we, via een laddertje, naar de liftmachinekamer klimmen. De hoofdschakelaar wordt uitgezet zodat de lift geen eigen acties meer kan doen en we nemen de liftbediening handmatig over. Met een tornwiel wordt de lift naar de juiste hoogte gedraaid en dan kunnen we proberen om ook de binnendeuren te openen. Het is altijd even puzzelen hoe het liftsysteem werkt maar even later schuift ook de binnenliftdeur open en kunnen we de twee personen uit de lift halen. De vrouw valt van dankbaarheid letterlijk in mijn armen en ik krijg ondanks de warmte een dikke knuffel. We geven ze allebei direct een pakje water om het eventuele vocht tekort aan te vullen. Ze blijken bijna thuis te zijn want hun voordeur is drie meter verderop. Ik stel de meldkamer op de hoogte dat de personen bevrijd zijn en dat de lift buiten werking is gezet. Hopelijk hoeven de oudere bewoners van dit gebouw vandaag niet meer weg want anders wordt het veel traplopen. Als we beneden weer in de tankautospuit stappen is deze lekker koel. De chauffeur heeft de airco zijn werk laten doen en het voertuig is daardoor heerlijk koel. We rijden terug van een klein maar dankbaar klusje. Als ik thuiskom kan ik helaas een dik vel verf uit de emmer halen en moet ik een nieuwe kwast pakken. Mijn dochter had mijn hint niet begrepen. De rest van de dag en avond blijft het rustig. Ik heb tot morgenochtend zeven uur piket en moet dan rond acht uur weer op het werk zijn. De nacht is warm en ik ben al weer vroeg wakker. De wekker staat op zeven uur maar die heb ik niet nodig vanmorgen. Om iets voor zeven uur gaat de pager, die op mijn nachtkastje ligt, af. Ik ben nog net bevelvoerder van dienst dus kijk snel op het display wat de melding is. Ik moet even bellen met de meldkamer i.v.m. een buitensluiting. De centralist vertelt mij dat er een persoon zit opgesloten in een toilet van een woning en dat het slot niet meer werkt. Of ik even wil gaan kijken en misschien kan helpen? Ik besluit niet alleen te gaan want ik heb hiervoor waarschijnlijk gereedschap nodig en dat ligt op de tankautospuit. Op mijn verzoek alarmeert de centralist de tankautospuit dus gaat mijn pager opnieuw. Samen met de opgekomen ploeg vertrek ik richting de burgers die onze hulp hebben ingeroepen. We parkeren de tankautospuit in een nog stille straat en bellen bij het opgegeven adres aan. Een vrouw doet open en vertelt dat haar medebewoner al enkele uren zit opgesloten op de toilet. Ze heeft al geprobeerd op aanwijzingen van de persoon in de toilet om de pinnen uit de scharnieren te krijgen maar het lukt haar niet. Vanuit de toilet klink een mannenstem die aan geeft dat het goed gaat maar dat hij er inmiddels wel graag uit wil. We bekijken de verschillende opties en gaan het eerst proberen zonder al te veel schade. De pinnen er zomaar uittikken lukt ons ook niet. Eén van de collega's tikt de scharnieren iets om en probeert het dan opnieuw. Het lijkt resultaat te hebben en even later zijn alle pinnen eruit. Met behulp van de persoon in de toilet wordt de deur naar buiten geduwd en kunnen we hem wegtillen. Eindelijk kunnen we zien welk gezicht er bij de stem hoort waarmee we al een kwartiertje aan het praten zijn. We worden bedankt voor onze hulp en ik breng de meldkamer op de hoogte van de bevrijding. Zo hebben we in 24 uur tijd alweer drie personen uit hun benarde situatie gehaald. We rijden terug naar de kazerne en constateren dat dit alweer melding negenennegentig voor ons korps dit jaar is. We zijn benieuwd wanneer uitruk honderd gaat plaatsvinden…