Reanimatie / Tilassistentie
Het is rond kwart over elf deze zondagmorgen wanneer ik met het gezin met de fiets bij ons huis aankom. We zijn samen naar de kerkdienst geweest en nu op weg naar een lekkere bak thee. Mijn dochter die vooruit is gereden komt ons tegemoet en vertelt dat er net een ambulance één straat verderop is ingereden. De hulpverlener in mij is direct alert en ik fiets door om te kijken of ik nog iets kan betekenen. Als ik bij de straat aankom hoor ik dat er al diverse burgerhulpverleners aan het reanimeren zijn. Een politievoertuig en een tweede ambulance arriveren inmiddels ook al dus er zijn hulpverleners genoeg. Dan maar weer terug naar huis om ons zondag programma te vervolgen. Ik stap ons huis binnen en slinger de waterkoker aan voor een bak thee. De pieper gaat.... Prio 1 Reanimatie (til assistentie) in de straat waar ik net met mijn fiets stond. Blijkbaar nog niet voldoende hulpverleners want wij als brandweer worden ook gevraagd. Onderweg naar de kazerne kom ik opnieuw langs de straat en zie in een flits dat er boven al een raam open is gezet. Waarschijnlijk is ook de autoladder van de buurgemeente gealarmeerd om af te hijsen. Op de kazerne kleden we ons snel om en rukken we uit met de eerste tankautospuit. Onderweg trekken we alvast nitrilhandschoenen aan om onszelf tegen vervuiling of besmetting te beschermen. Als we ter plekke komen gaat de bevelvoerder met twee manschappen naar binnen om te kijken wat er nodig is. Ik vang de autoladder op en zorg ervoor dat deze achteruit de straat in rijd om zo goed bij de woning te kunnen komen. Ik assisteer de bemanning met het klaarmaken van de brancardsteun om zo meteen het slachtoffer via het raam naar beneden te halen. Hoewel de reanimatie moeizaam gaat is het slachtoffer op een gegeven moment toch voldoende stabiel om te transporteren. Snel wordt hij boven in een bak gelegd en op de steun geschoven. Beneden wachten we de patiënt op en tillen hem snel over op de brancard van de ambulance. Het transport vertrekt gelijk want er is geen moment te verliezen. De bevelvoerder vraagt of er een vrijwilliger is die de slaapkamer wil opruimen en schoonmaken. Samen met mijn collega sta ik even later in een slaapkamer waar er aan vele sporen te zien is dat hier zojuist voor en mensenleven gevochten is. We gaan aan de slag en halen het vervuilde bed af en stoppen dit in een vuilniszak. Ook diverse doeken lappen en kledingstukken verdwijnen in de zak. Opnieuw verwonder ik me over de veelzijdigheid van ons mooie vak. Ook dit vind ik erbij horen. Nadat we de kamer iets hebben geordend knopen we de zak dicht en laten hem achter. De familie moet maar beslissen wat ermee moet gebeuren. Als we in de tankautospuit stappen mis ik een collega en vraag waar deze is. De bevelvoerder vertelt mij dat hij er tijdens de inzet achter kwam dat het slachtoffer de oom van zijn vrouw is en hij nu mee is in de tweede ambulance. Zo kan het dus gebeuren dat we met één collega minder terug rijden naar de kazerne. Daar bespreken we de inzet nog even na met de collega's en twee burgerhulpverleners die de reanimatie hebben gedaan. Nog geen anderhalf uur later worden we geïnformeerd dat het slachtoffer in het ziekenhuis is overleden. Omdat het familie is van één van de collega's komt dit verdriet dichtbij en is deze inzet toch weer anders dan andere inzetten. In de dagen die volgen zijn er toch beelden van deze inzet die terugkomen in mijn gedachten. Het gebeurt me zelfs dat ik er 's nachts een tijd van wakker lig. Gelukkig kan ik erover praten en kan ik de volgende nacht, ondanks een nieuwe heftige inzet, wel goed slapen. Hierover lees je in een volgende blog.