Tweede kerstdag

Het is rond kwart over acht in de avond op tweede kerstdag. De kerstdiensten en maaltijden zijn al achter de rug en ik zit onderuit gezakt op de bank als de pieper zijn bekende geluiden laat horen. Ik kijk op het display en constateer dat er haast geboden is. Een schoorsteenbrand in een voor mij nog onbekende straat in ons verzorgingsgebied. Onderweg naar de kazerne vraag ik me af in welk gedeelte van ons verzorgingsgebied deze straat zich bevindt. Het is vervelend dat ik me nog geen beeld kan vormen van de woning waar we zo naar onderweg gaan. Is het een rijtjeswoning of een vrijstaand huis? Bij de meeste straten in ons gebied heb ik wel een beeld en kan ik dus ook een inschatting maken van de woningen die er staan. Op de kazerne bekijk ik snel even de grote kaart die aan de muur hangt en constateer dat de straat zich in een klein wijkje bevindt waar we eigenlijk bijna nooit komen. Belangrijk is dat we er zonder verkeerd te rijden snel gaan komen. In het voertuig geef ik twee personen de opdracht om ademlucht om te hangen en zelf hang ik ook ademlucht om. Nummer drie geef ik de opdracht om de chauffeur te begeleiden naar het brandadres. Onderweg heb ik contact met de autoladder die ook richting het brandadres komt. Ter plekke blijkt het een smal straatje te zijn en ik zorg eerst dat ons voertuig niet in de weg zal staan als de autoladder zo ook ter plekke komt. De eerste ploeg krijgt de opdracht om een verkenning in de woning te doen en daarna spreek ik de bewoners aan om er zeker van te zijn dat zich niemand meer in de woning bevindt. In mijn ooghoek zie ik een flinke vonkenregen uit de schoorsteen komen en luister ondertussen naar het verhaal van de bewoners. Ze zaten nog aan de eettafel en gingen net de laatste fase van het kerstdiner in toe er plotseling rook uit een stopcontact kwam. Het stopcontact bevindt zich aan de zijkant van de schouw waar opdat moment de open haard flink brand. De brand in de open haard wordt adequaat geblust met zand maar door met een mobiele telefoon in de open haard naar boven te filmen wordt er een flinke vuurhaard gezien die zich in de pijp bevindt. Daarop wordt besloten om de brandweer te bellen en uit de woning te gaan.

De autoladder komt inmiddels ter plekke en krijgt een plaats naast de woning zodat we makkelijk bij de schoorsteen kunnen. Ik verzoek beide collega's van de tweede ploeg om ook ademlucht om te hangen en geef er één de opdracht zich klaar te maken om mee in de korf te gaan richting de schoorsteen. De andere krijgt de opdracht om de open haard leeg te gaan scheppen en alle smullende resten buiten af te blussen. De eerste ploeg meld rookontwikkeling op de zolder van het pand. Ik doe snel mijn masker voor en trek een sprintje naar de zolder van de woning om zelf de heftigheid van de rook te beoordelen. Als ik boven aankom moet ik even uithijgen en merk dat de nasleep van de coronabesmetting van een aantal weken geleden nog niet helemaal verdwenen is. De rookontwikkeling valt mee maar hoort hier niet op zolder te hangen. Door alle collega's wordt er hard gewerkt om de schoorsteenbrand te bestrijden. De schoorsteen wordt geveegd en de restanten naar buiten gebracht en afgeblust. De woning wordt verder gecontroleerd op koolmonoxide en bij het aantreffen daarvan wordt de woning geventileerd. Ook deze klus op tweede kerstdag wordt weer geklaard. Even later kunnen we de woning weer vrijgeven en mogen de bewoners weer naar binnen. Uiteraard mag er niet meer gestookt worden totdat het kanaal opnieuw is geïnspecteerd en eventueel gerepareerd. De koffie die in de woning nog stond ingeschonken is inmiddels koud geworden en de kerstkrans heeft misschien een wat rokerig smaakje gekregen. We bedanken de collega's van de autoladder voor de samenwerking en keren weer terug naar de kazerne. Nog even en ook deze kerstdagen zijn weer voorbij. Tevreden keert iedereen terug naar huis.